donkert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- don·kert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
donkeren |
donkert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van donkeren
- Jij donkert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van donkeren
- Hij donkert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van donkeren
- Donkert!
Gangbaarheid
- Het woord donkert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.