donatie
Nederlands
Uitspraak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | donatie | donaties |
verkleinwoord | donatietje | donatietjes |
Woordafbreking
- do·na·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘schenking’ voor het eerst aangetroffen in 1650 [1]
- Naamwoord van handeling van doneren met het achtervoegsel -atie [2]
Zelfstandig naamwoord
de donatie v
- een schenking, een gift
- Hij gaf een ruime donatie aan het goede doel.
- ▸ Er waren maar drie regels in haar Hippie Daycare: iedereen moest een Hawaii shirt aan tijdens het verblijf in haar tuin, je kon tegen een kleine donatie ’s avonds Mexicaans mee-eten en om tien uur moest je stil zijn voor de buren.[3]
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. een schenking
Gangbaarheid
- Het woord donatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "donatie" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "donatie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ donatie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be