• dol·driest
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen doldriest doldriester (doldriestst) *
verbogen doldrieste doldriestere (doldriestste) *
partitief doldriests doldriesters -

doldriest

  1. al te wild of enthousiast
    • Over de tactiek deed Van Vliet als altijd geheimzinnig, al liet hij later ook wel doorschemeren dat het allemaal niet zo moeilijk in elkaar steekt. 'We gaan natuurlijk niet doldriest aanvallen en zullen ook niet met vijf man op kop gaan rijden als er een groep weg is. [2] 
    • Wat er vooraf nog vrij uitzichtloos uitzag voor Max Verstappen, draaide in Amerika zowaar nog bijna uit op het derde podium op rij. Max Verstappen had 'm al beet, de derde plaats. Maar na afloop besloot de jury dat de Limburger iets te doldriest was geweest bij een ultieme inhaalactie voor de podiumplaats. [3] 
  • Omdat "-stst" moeilijk is uit te spreken en te verstaan kan voor de overtreffende trap beter de omschrijving "meest doldriest(e)" worden gebruikt. [4] [5]
77 % van de Nederlanders;
68 % van de Vlamingen.[6]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tubantia 20-09-12, Nederland van start met vier kopmannen op WK
  3. Tubantia Tim Engelen en Arjan Schouten 22-10-17 Controverse in Amerika: Verstappen podiumplek afgenomen
  4.   Weblink bron
    W. Haeseryn e.a.
    “6.4.3.1.2 Omschrijving van de trappen van vergelijking met meer en meest.” (januari 2019), punt 4 op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
  5.   Weblink bron “Omschreven trappen van vergelijking (algemeen)”, punt 3. op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)
  6.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be