doet boos
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- doet boos
Woordherkomst en -opbouw
- uit doet (werkwoord) en boos (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
boosdoen |
doet (…) boos
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van boosdoen
- Jij doet boos.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van boosdoen
- Hij doet boos.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van boosdoen
- Doet boos!
Gangbaarheid
- Het woord 'doet boos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.