Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • doel·pun·ten

Zelfstandig naamwoord

de doelpuntenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord doelpunt
     Nederland had de wereldcup gewonnen door doelpunten van Dennis en Max van der Schaaf! Wat een verhaal, lieve schatten van me.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen