vervoeging van
divisar

divise

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van divisar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van divisar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van divisar