• di·ver·gen·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord divergentie divergenties
verkleinwoord - -

de divergentiev

  1. (natuurkunde) het divergent zijn
  2. (taalkunde) verschijnsel dat twee of meer talen of taalvariëteiten minder op elkaar gaan lijken
83 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[2]