vervoeging van
disolver

disuelva

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van disolver
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van disolver
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van disolver