distinga
vervoeging van |
---|
distinguir |
distinga
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van distinguir
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van distinguir
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van distinguir