vervoeging van
disposer

dispose

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van disposer
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van disposer
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van disposer