vervoeging van
displacer

displazca

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van displacer
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van displacer
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van displacer