dilatara
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van dilatar
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van dilatar
dilatara
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van dilatarse
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van dilatarse