Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • die·ren·rech·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord - dierenrechten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de dierenrechtenmv

  1. de rechten welke de dieren hebben mv
    • Het is de partij van de Dieren een doorn in het oog dat de boeren wel dierrechten hebben, maar dat de dierenrechten helemaal nog niet geregeld zijn. 
Afgeleide begrippen

Meer informatie

Gangbaarheid