dienstplicht
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dienstplicht (hulp, bestand)
- IPA: /ˈdinst.plɪxt/
Woordafbreking
- dienst·plicht
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dienst en plicht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dienstplicht | dienstplichten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (militair) verplichting om (tijdelijk) ergens te werken, met name bij de strijdkrachten van een land
- De dienstplicht is in Nederland niet afgeschaft maar opgeschort.
- ▸ Deze 23-jarige Israëli had net zijn driejarige militaire dienstplicht afgerond.[1]
- ▸ Hij werd later gekozen tot rockkoning van heel Scandinavië op een gala in het Jordal Amfi in Oslo en kreeg als prijs de gelegenheid om Elvis op te zoeken, die zijn dienstplicht vervulde in West-Duitsland.[2]
Verwante begrippen
- weerplicht (minder gebruikelijk)
Vertalingen
1. verplichting om ergens te werken
Gangbaarheid
- Het woord dienstplicht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dienstplicht" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044632767
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be