Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dienst·plicht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dienstplicht dienstplichten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de dienstplichtv / m

  1. (militair) verplichting om (tijdelijk) ergens te werken, met name bij de strijdkrachten van een land
     Deze 23-jarige Israëli had net zijn driejarige militaire dienstplicht afgerond.[1]
     Hij werd later gekozen tot rockkoning van heel Scandinavië op een gala in het Jordal Amfi in Oslo en kreeg als prijs de gelegenheid om Elvis op te zoeken, die zijn dienstplicht vervulde in West-Duitsland.[2]
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044632767
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be