vervoeging van
dictar

dicte

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van dictar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van dictar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van dictar