dichtbevolkt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dicht·be·volkt
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dicht en bevolkt
stellend | |
---|---|
onverbogen | dichtbevolkt |
verbogen | dichtbevolkte |
partitief | dichtbevolkts |
Bijvoeglijk naamwoord
dichtbevolkt
- met een relatief groot aantal inwoners in verhouding met het oppervlak
- Een aardbeving van deze sterkte zou in dichtbevolkte gebieden catastrofale gevolgen hebben.
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord dichtbevolkt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dichtbevolkt" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be