vervoeging van
devorar

devorara

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van devorar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van devorar
vervoeging van
devorarse

devorara

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van devorarse
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van devorarse