devoraba
- eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van devorar
- derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van devorar
devoraba
- eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van devorarse
- derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van devorarse