vervoeging van
devengar

devenga

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van devengar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van devengar
vervoeging van
devenir

devenga

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van devenir
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van devenir
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van devenir