vervoeging van
desvalorizar

desvalorizase

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van desvalorizar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van desvalorizar
vervoeging van
desvalorizarse

desvalorizase

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van desvalorizarse
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van desvalorizarse