vervoeging van
despojar

despoje

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van despojar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van despojar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van despojar