vervoeging van
desplacer

desplacen

  1. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van desplacer


vervoeging van
desplazar

desplacen

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van desplazar
  2. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van desplazar