vervoeging van
despezar

despieza

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van despezar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van despezar


vervoeging van
despiezar

despieza

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van despiezar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van despiezar