despejara
vervoeging van |
---|
despejar |
despejara
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van despejar
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van despejar
vervoeging van |
---|
despejarse |
despejara
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van despejarse
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van despejarse