vervoeging van
desorbitar

desorbitaba

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van desorbitar
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van desorbitar
vervoeging van
desorbitarse

desorbitaba

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van desorbitarse
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van desorbitarse