Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • des·moe·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord desmoeder desmoeders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de desmoederv

  1. (medisch) vrouw die tijdens de zwangerschap Di-ethylstilbestrol heeft voorgeschreven gekregen
     Haast wel zeker weet ik dat ik namens vele desmoeders reageer op het artikel in RD 22-2. De opmerking van een woordvoerder uit de farmaceutische industrie „dat patiënten kritiekloos slikten wat de arts hun voorschreef, speelt ook een rol”, is mij in het verkeerde keelgat geschoten.[1]

Gangbaarheid

34 % van de Nederlanders;
17 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Oecumene (slot)” (03-03-2008), Reformatorisch Dagblad
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be