vervoeging van
desleír

deslía

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van desleír
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van desleír
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van desleír
vervoeging van
desleírse

deslía

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van desleírse
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van desleírse
  3. gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van desleírse
vervoeging van
desliar

deslía

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van desliar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van desliar