vervoeging van
desgranar

desgranaba

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van desgranar
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van desgranar
vervoeging van
desgranarse

desgranaba

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van desgranarse
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van desgranarse