vervoeging van
desfavorecer

desfavorezca

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van desfavorecer
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van desfavorecer
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van desfavorecer