desfavorezcáis
vervoeging van |
---|
desfavorecer |
desfavorezcáis
- aanvoegende wijs tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van desfavorecer
- gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van desfavorecer
vervoeging van |
---|
desfavorecer |
desfavorezcáis