vervoeging van
desceñir

desciña

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van desceñir
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van desceñir
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van desceñir