vervoeging van
descascar

descascara

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van descascar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van descascar
vervoeging van
descascarar

descascara

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van descascarar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van descascarar