vervoeging van
desalabar

desalaba

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van desalabar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van desalabar
vervoeging van
desalar

desalaba

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van desalar
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van desalar
vervoeging van
desalarse

desalaba

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van desalarse
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van desalarse