denktijd

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  denktijd    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• denk·tijd

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  denken ww  en  tijd zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	denktijd	denktijden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de denktijd m

1. (sport) tijd die men heeft om te bedenken welke zet men doet bij een denksport als schaken, dammen en go

   • Het schaaktoernooi in Leuven omvat een Rapid Schaaktoernooi (25 minuten bedenktijd voor elke speler) en een Blitztoernooi (5 minuten denktijd per speler). Dat zijn twee spectaculaire schaakdisciplines die automatisch meer publiek trekken dan de vaak langdurige klassieke schaakpartijen.  

2. tijd die men nodig heeft om te bedenken welke beslissing men zal nemen

   • Door de onrust in de financiële markten vergen beleggingsbeslissingen meer denktijd.  
   • Veel schakelen is niet nodig al lijkt de motor vanaf heel lage toeren toch even denktijd nodig te hebben voordat de turbo echt op toeren is.  

Synoniemen

• bedenktijd

Vertalingen

    1.   

Engels: think time (en)

Gangbaarheid

• Het woord denktijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "denktijd" herkend door:

96 %	van de Nederlanders;
93 %	van de Vlamingen.