Nederlands

 
deltavleugel
 
[3] deltavleugel
Uitspraak
Woordafbreking
  • del·ta·vleu·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord deltavleugel deltavleugels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deltavleugel m [1]

  1. driehoekige vleugel
     Ook het compromis dat werd gesloten om de shuttle wendbaarder te maken, eindigde fataal. De gekozen deltavleugel maakte het hitteschild van het ruimteveer kwetsbaarder. Een beschadiging daar werd de Columbia fataal bij de terugkeer naar de aarde.[2]
     Precies, die schokgolf kun je niet vermijden. Wat we wel kunnen, is het moment van die schokgolf zoveel mogelijk uitstellen door de constructie van naar achter gerichte vleugels. Dat gebeurt trouwens op klassieke toestellen omdat die ook steeds sneller gaan vliegen. En de deltavleugels van de Concorde stellen dat moment nog meer uit. Maar eens bots je toch tegen die schokgolf aan en dan zit je met het geluidsprobleem.[3]
  2. vliegtuig met een driehoekige vleugel
     Iedereen wist dat de volgende generatie jachtvliegtuigen van Zweden een deltavleugel met de aanduiding J 35 Draken was.[4]
  3. soort grote vlieger waarmee men kan deltavliegen; hangglider

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Lambert Teuwissen
    “'Spaceshuttle onveiliger door eisen Defensie'” (Vrijdag 8 juli 2011), NOS
  3.   Weblink bron
    Christophe Boval
    “INTERVIEW. Peter De Swert van Sabena Technics acht opvolger voor Concorde weinig waarschijnlijk” (06/09/2000), De Standaard
  4. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044632767