vervoeging van
delinquir

delinca

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van delinquir
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van delinquir
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van delinquir