• de·bunkt
vervoeging van
debunken

debunkt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van debunken
    • Jij debunkt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van debunken
    • Hij debunkt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van debunken
    • Debunkt!