damvereniging
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dam·ver·eni·ging
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dammen zn en vereniging zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | damvereniging | damverenigingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de damvereniging v
- (sport) vereniging van mensen die de damsport beoefenen
- ▸ De internationaal grootmeester speelde als lid van damvereniging Huissen een thuiswedstrijd. De titelhouder won vijf van de elf partijen en speelde zes keer remise, waarvan twee met een plusje.[1]
- ▸ Politie en justitie verdenken de 63-jarige Henk S. uit Culemborg van het filmen in zijn badkamer. De man is actief bij een damvereniging, hield damtoernooien in zijn huis en liet volgens bronnen de kinderen daar overnachten.[2]
Gangbaarheid
- Het woord damvereniging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Baljakin behaalt vijfde damtitel” (Zaterdag 12 april 2014, 15:05), NOS
- ↑ Weblink bron Harold Schuil“Damcoach verdacht van filmen logés in zijn badkamer” (01-03-2019), Tubantia