Nederlands

 
damspel met damstenen op het dambord
Uitspraak
Woordafbreking
  • dam·steen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord damsteen damstenen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

damsteen m [2]

  1. een van de witte of zwarte speelstukken van het damspel
    • De verbazing is groot als hij, na een afwezigheid van slechts enkele maanden, weer in het clubhuis opduikt. „Alleen van de pen in mijn arm heb ik nog enige last, maar dammen is geen fysieke sport. Ik hoef alleen maar een damsteen te verplaatsen. En dat lukt me nu wel weer hoor.” [3] 
    • Zelf moet ik van mijn buitengewoon begaafde fysiotherapeut Camiel, om mijn zwakke knie sterker te maken, op gezette tijden liggend op de grond één been op een krukje ter hoogte van uw damsteen zetten en het andere zo hoog mogelijk optrekken, waarbij m’n rug hol dient te zijn. [4] 
    • Varen met dit modern ogende, maar voor wat betreft de aandrijving conservatieve jacht is een feest. Zodra je op de stuurplek plaatsneemt, krijg je het gevoel aan een enorme reis te willen beginnen. De stuurplek is een van de meest comfortabele in haar soort en de rond verlopende voorramen dragen bij aan het goede zicht. In golven gedraagt het zich als een damsteen op een sjoelbak. En daarmee is het uitermate geschikt om comfortabel de Europese wateren te doorkruisen. [5] 
Synoniemen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[6]

Verwijzingen

  1. damsteen op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Tubantia 20-07-10 Damcrack (92) verslaafd aan bord en schijven
  4. De Telegraaf ARNOLD BRAAKSMA Updated 10 jan. 2013 Ochtendgymnastiek
  5. De Telegraaf EPCO ONGERING 23 jun. 2015 Conservatief modern
  6.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be