dambord

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dam·bord
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dambord damborden
verkleinwoord dambordje dambordjes

Zelfstandig naamwoord

het dambordo

  1. (spel) een bord met honderd afwisselend witte en zwarte vakken waarop het damspel gespeeld wordt
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen