Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dam·boek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord damboek damboeken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het damboeko

  1. (leer)boek over het damspel en de dammers

Gangbaarheid

51 % van de Nederlanders;
40 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be