• daar·ach·ter
  vnw. bijw.
  voorzetselbijwoord     achter  
 persoonlijk     erachter  
aanwijz.   nabij     hierachter  
  veraf     daarachter  
  vragend/betrekk.     waarachter  

(scheidbaar)
daarachter

  1. vervangt achter dat, achter die
    • Daarachter woont een aardige meneer. 
     `Hier links vindt u de bibliotheek; zei mijn gids, 'met daarachter de groene zaal en de Chinese kamer.[1]
     Maar ze bleef erop terugkomen en spoorde me aan om meer in het heden te leven. Natuurlijk had dit ook met ons leeftijdsverschil te maken, maar ik had geen zin meer om me daarachter te verschuilen.[2]
97 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[3]
  1. “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers  , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 15
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be