Frans

Uitspraak

Werkwoord

dégobiller

  1. (spreektaal) overgeven, kotsen
    «Après le déjeuner, j’ai dégobillé les moules, elles n’étaient pas fraîches.»
    Na de lunch ben ik over mijn nek gegaan van de mosselen, die waren niet vers. [1]

Verwijzingen