dégauchissent
- derde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van dégauchir
- derde persoon meervoud aanvoegende wijs (subjonctif imparfait) van dégauchir
- derde persoon meervoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van dégauchir