Frans

Uitspraak

Werkwoord

débecter

  1. (spreektaal) doen walgen, (doen) kotsen, overgeven
    «La bouffe dégueulasse de la SNCF, à vrai dire ça me débecte
    Het vreten van de Spoorwegen, echt waar, daar ga ik van over mijn nek! [1]
Schrijfwijzen

Verwijzingen