cystisch
- cys·tisch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | cystisch | cystischer | |
verbogen | cystische | cystischere | |
partitief | cystisch | cystischters | - |
cystisch
- met holtes, holte vormend
- ▸ Julie overleed eerder deze maand aan cystische fibrose.[1]
- ▸ Het Zorginstituut, dat de regering adviseert welke geneesmiddelen in het basispakket moeten worden opgenomen, concludeerde al eerder dat Orkambi te duur was. Het middel geeft sommige patiënten met een bepaald type taaislijmziekte of cystische fibrose meer lucht. Maar dat effect is zo klein dat het medicijn volgens het Zorginstituut zijn hoge prijs niet waard is.[2]
- Het woord 'cystisch' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "cystisch" herkend door:
63 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Weblink bron “Lichaam overledene gestolen uit de kist” (23 aug. 2015), De Telegraaf
- ↑ Weblink bron “’Te duur’ medicijn taaislijmziekte niet vergoed” (23 mei 2017), De Telegraaf
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be