cursorisch
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: cursorisch (hulp, bestand)
Woordafbreking
- cur·so·risch
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | cursorisch | cursorischer | |
verbogen | cursorische | cursorischere | |
partitief | cursorisch | cursorischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
cursorisch
- vluchtig, oppervlakkig
- doorlopend
- van onderwijs: dat men de stof in afzonderlijke delen aanbiedt
Gangbaarheid
- Het woord cursorisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "cursorisch" herkend door:
52 % | van de Nederlanders; |
57 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be