cultuurhistorisch

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cul·tuur·his·to·risch
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen cultuurhistorisch cultuurhistorischer -
verbogen cultuurhistorische cultuurhistorischere -
partitief cultuurhistorisch cultuurhistorischers -

Bijvoeglijk naamwoord

cultuurhistorisch

  1. vanuit de ontwikkeling die een beschaving doormaakt
     Misschien was dit de meest fantastische reis die hij ooit had gemaakt, evenzeer een erotisch als een politiek als een cultuurhistorisch avontuur.[1]

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044633535