crisissfeer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: crisissfeer (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkrizɪˌsfer / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- cri·sis·sfeer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | crisissfeer | crisissferen |
verkleinwoord | crisissfeertje | crisissfeertjes |
Zelfstandig naamwoord
- gespannen stemming binnen een groep die een noodsituatie meemaakt
- ▸ Angst voor de economische gevolgen van het coronavirus en een extreme daling van de olieprijs zorgden maandag wereldwijd voor een crisissfeer op de beurzen.[2]
- ▸ Na een pijnlijke 1-2 thuisnederlaag tegen Vitesse verkeert Ajax in crisissferen. Na het gemis van Europees voetbal, een historisch dieptepunt, is ook de competitiestart dramatisch.[3]
- (politiek) gespannen sfeer wanneer een politiek bestuur zijn steun in de volksvertegenwoordiging dreigt te verliezen
- ▸ Er heerst een crisissfeertje in het gemeentelijk bestuur van Ooststellingwerf. Nu raadslid Edwin Meijerhof zich heeft afgesplitst van Ooststellingwerfs Belang weet het college zich nog maar gesteund door 9 van de 21 zetels in de raad.[4]
- ▸ Wekenlang heerste er een crisissfeer rond de coalitie van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie, maar het debat over het klimaatakkoord maakte duidelijk dat de rijen weer gesloten zijn.[5]
Verwante begrippen
- [1] paniek
Gangbaarheid
- Het woord crisissfeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Arnhemsche courant 12-10-1921
- ↑ Weblink bron Erik van der Walle“Extreme prijsval olie zorgt voor crisis op markten” (9 maart 2020) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Jesse van de Woestijne“Onthutsend zwak Ajax in crisissferen” (24 september 2017) op tubantia.nl
- ↑ Weblink bron Lourens Looijenga“Coalitie in Ooststellingwerf in crisisvergadering bijeen” (8 juli 2020) op lc.nl
- ↑ Weblink bron Guus Valk & Barbara Rijlaarsdam“De rust is terug in de coalitie – voor nu” (5 februari 2019) op nrc.nl