Frans

Uitspraak

Werkwoord

cravacher

  1. (spreektaal) zich haasten [1]
  2. (spreektaal) er flink tegenaan gaan, keihard werken
    «J’ai dû cravacher comme un malade cette année pour avoir mon bac.»
    Ik heb als een gek moeten werken om mijn eindexamen te halen. [1]

Verwijzingen